WERK naar een nieuwe balans

In het domein Werk is alles in beweging. Neem alleen al de plek van Werk; traditioneel gekoppeld aan Inkomen, maar tegenwoordig ook in één adem genoemd met Schulden en Inburgering. Samengevat als WISI-domein. Dat brengt belangrijke ontwikkelingen aan het licht. Aan de ene kant de beweging naar een integrale aanpak, aan de andere kant specialisatie van de afzonderlijke afdelingen. Een gesprek over een nieuwe balans.

Ruud Henry, productmanager Werk bij Centric, onderschrijft de noodzaak om de afdelingen in het WISI-domein beter met elkaar te kunnen laten ‘praten’. “Binnen de afzonderlijke gemeentelijke afdelingen zijn de taken en daardoor de cultuur vaak verschillend. Bij Werk zijn de professionals meer gericht op het doelmatige en de begeleiding van inwoners. Bij Inkomen ligt de focus op cijfers en rechtmatigheid. Maar aan het eind van de rit zit altijd diezelfde inwoner en die moet zo goed mogelijk geholpen worden, zonder last te hebben van muren tussen afdelingen. Omdat we ook steeds meer focussen op de burger kan er een verkeerd beeld ontstaan. Bij de doorontwikkeling van de Suite4Werk gaan we voor de professional daarom altijd uit van zijn belevingswereld; dat kan de beleidsmedewerker zijn, de adviseur, de manager die behoefte heeft aan meetgegevens, enzovoort. Daarom zitten we geregeld letterlijk naast de mensen van gemeenten om met hen mee te denken.

Daarnaast houden we de landelijke ontwikkelingen in de gaten en willen we hier een actieve rol in spelen. Zo zijn we lid van de technische klankbordgroep rond VUM.” Het programma Verbeteren Uitwisseling Matchingsgegevens (VUM) organiseert de gegevensuitwisseling waarmee de arbeidsmarkt de vraag van werkzoekenden en het aanbod van werkgevers zo goed mogelijk kan matchen. Centric kijkt in de technische klankbordgroep mee welke technische en koppelvlakspecificaties nodig zijn om aan te kunnen sluiten op VUM. Henry: “We doen ook mee met de service blueprint-sessies van de VNG waarin gewerkt wordt aan de ideale klantreis in het WISI-domein.” In dit traject wordt gezocht naar het optimum tussen de leefwereld van de inwoner en de systeemwereld. Met een service blueprint - of blauwdruk - breng je niet alleen de klantervaringen in beeld, maar ook de ondersteunende ICT en de relaties daartussen.

Partners met meerwaarde

Zoals gezegd leidt de verdergaande integrale aanpak binnen het WISI-domein tegelijkertijd tot specialisatie. Zo is de S, die staat voor Schulden, steeds meer een specialistisch onderdeel geworden. “Dan kun je zelf modules gaan bouwen, maar je kunt ook een partnership aangaan met een club die van schuldhulpverlening z’n corebusiness gemaakt heeft; wij trekken daarin nu op met Stratech. Ook binnen Werk zoeken we partijen die ons nog sterker kunnen maken. Een werktraject bijvoorbeeld begint vaak met een diagnose. Matchcare is een partij die een diagnosetool heeft. We doen allebei mee aan VUM en hebben gemerkt dat we elkaars kennis goed kunnen aanvullen; dat heeft meerwaarde voor gemeenten. Zij hebben dan de keuze om met Centric, Matchcare of een combinatie van die twee in zee te gaan.”

Standaardisatie

Niet alleen wordt de samenwerking met andere marktpartijen steeds vaker opgezocht, ook met de publieke partners worden samenwerkings- en gegevensuitwisselingsplannen gemaakt. “De Wet SUWI schrijft voor hoe de verschillende uitvoeringsorganisaties moeten samenwerken in het werkdomein,” vervolgt Ruud Henry. “Aan ons om ervoor te zorgen dat hun software en systemen met elkaar kunnen praten. Daartoe sluiten we zoveel mogelijk aan bij landelijke standaarden en de beweging Common Ground. Centric is niet bang voor standaardisatie, we zien het als onze verantwoordelijkheid om gemeenten daarbij te begeleiden; wij hebben daar de kennis voor. Bij uitstek in het sociaal domein is verandering de norm, daar moet je in mee.”

Module Inburgering

Een belangrijke reden voor verandering is altijd gewijzigde of nieuwe wetgeving. Ruud Henry: “Zoals de Wet inburgering (de vierde I in WISI) die sinds 1 januari van dit jaar van kracht is. Die schrijft voor dat gemeenten de regierol krijgen bij de inburgering. De nieuwe Wet inburgering stuurt meer dan ooit aan op ‘learning on the job’. Inburgeren in combinatie met participatie en werk dus. Daarom hebben we binnen onze Suite4Werk een speciale module Inburgering. Bij inburgering zie je misschien nóg sterker dan bij de andere afdelingen dat er een heleboel partijen betrokken zijn. Denk aan overheidsorganisaties als DUO en het COA, maar ook taalscholen, leerwerkbedrijven, maatschappelijke organisaties, enzovoort. Het gaat daarbij steeds meer om onderling uitwisselen van data, en de gemeente die de regie voert. Het spreekt voor zich dat een goede administratie een onmisbare basis vormt. Welke categorieën onderscheid je (taalles, financiële zelfredzaamheid, et cetera), welke leveranciers zijn er betrokken bij een inwoner, waar zit de samenhang met Werk, kortom: gemeenten hebben overzicht nodig. Wij leggen de urenregistraties van al die taken op elkaar zodat je als gemeente ziet hoe de taken verdeeld zijn en hoe die zich tot elkaar verhouden.”

Extra complicerende factor bij Inburgering is dat er door de vertraagde overgang van de oude naar de nieuwe wet nog een ‘ondertussen-groep’ is. “Er zijn afspraken gemaakt om die groep – en daarbinnen nog de ELIP-groep - in de geest van de nieuwe wet te begeleiden. Onze module Inburgering ondersteunt dat en brengt de verschillende groepen duidelijk in beeld.”

Open source

Een eerste stap om de uitvoering en de administratie te verbinden is een project met de taalscholen. Ruud Henry legt uit: “Gemeenten hebben afspraken met een hele reeks taalscholen en die hebben allemaal een eigen manier van uren administreren. De ene maakt elk kwartaal een PDF, de ander maandelijks een Excelsheet. Dat kan efficiënter; met een format waar iedereen op kan aansluiten. Daar werken wij aan. Het bijzondere is dat we die software voor de koppelingen tussen taalscholen en gemeenten open source ontwikkelen; alweer in de geest van Common Ground. Dat doen we samen met de adviesbureaus M&I en BDO. Dat vraagt van gemeenten een andere rol. Het is niet: zij vragen en wij draaien. Nee, gemeenten leveren zelf actief input. Daarmee wordt zo’n product ook veel meer van gemeenten zelf en zijn ze veel minder leveranciersafhankelijk. Uiteindelijk ga je dan naar die landelijke standaarden toe. Dat is dé manier van samen toekomstbestendig ontwikkelen. Markt en overheid vinden daarin een nieuwe balans en nieuwe mogelijkheden. Met als resultaat de beste mogelijke dienstverlening voor de inwoner.”