Als gemeenten de kansen grijpen die de Omgevingswet biedt, wordt hun werk er misschien niet eenvoudiger op, maar wél beter en leuker. Dat was één conclusie tijdens het Actualiteitendiner Omgevingswet, op 4 november 2019 in Rotterdam.
Decentrale afwegingsruimte, een samenhangende aanpak, participatie en de vereiste informatievoorziening, het kwam allemaal aan bod tijdens de levendige discussies in hotel New York in Rotterdam. Het Actualiteitendiner Omgevingswet is onderdeel van de Actualiteitendiners over het DNA van de toekomstbestendige overheid, een initiatief van Centric in samenwerking met Blommestein Groep.
Tijdens het debat werd ook gesteld dat het werk van professionals bij gemeenten en andere overheidsorganen er door de Omgevingswet waarschijnlijk niet eenvoudiger, maar wel leuker op wordt. Robert Forkink, hoofdadviseur Omgevingswet bij Antea Group: “Het wordt veel leuker als je vanuit je vakdiscipline kunt samenwerken en daar waardering voor krijgt, in plaats van dat je een ‘ja’ of ‘nee’ stempeltje zet op een aanvraag en deze doorstuurt naar de volgende schakel in het proces.”
Procesmanager Omgevingswet Maerle Snabel van de gemeente Nijmegen herkent dat: “Mensen vinden het fijn als ze aan de voorkant van een traject al kunnen meedenken. Nu voelen ze zich soms een hindermacht.”
Méér afwegingsruimte voor gemeenten
Het is de bedoeling dat gemeenten bij de uitvoering van de Omgevingswet meer afwegingsruimte krijgen. Maar volgens Liesbeth Grijsen, wethouder in Deventer en voorzitter Themagroep Omgevingswet van de G40, komt daar in de praktijk weinig van terecht: “We worden geconfronteerd met 2300 instructieregels, waarvan 98% al door het Rijk is ingevuld. En het is afwachten wat de provincie daar straks nog mee doet.”
Gemeenten hebben die ruimte echter wel nodig om belangrijke opgaven aan te pakken, zoals binnenstedelijk bouwen in de buurt van bedrijvigheid, benadrukt wethouder Gijsen. Niet alle regels die op gemeenten afkomen hoeven echter te worden toegepast, zegt Arjan Nijenhuis, directielid en relatiemanager Omgevingswet van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Het gaat om zo’n 600 regels waarvan gemeenten en waterschappen van het Rijk zelf mogen bepalen of ze die toepassen.
Robert Forkink van Antea raadt gemeenten aan om alle ruimte te nemen die ze geboden krijgen door de nieuwe wet. En dan niet alleen door regels te schrappen, maar soms ook door regels toe te passen als de omstandigheden in bepaalde gebieden daarom vragen: “Gemeenten krijgen straks écht meer ruimte voor dit soort maatwerk.”
Meer weten? Lees hier de management samenvatting.
